Uitleg van je zwangerschapskaart

Je verloskundige houdt jouw gegevens bij elk bezoek bij. Wat noteert ze en wat betekenen alle aantekeningen op je kaart eigenlijk?

Wat betekent het?

Hieronder zie je een zwangerschapskaart die de verloskundige in haar beheer zou kunnen hebben. Overigens gaan steeds meer praktijken over op het digitaal opslaan van gegevens en zijn er ook steeds meer mogelijkheden hiervoor. Op termijn zal de zwangerschapskaart waarschijnlijk niet meer worden gebruikt. De verloskundige geeft je meestal wel een afsprakenkaart mee of een boekje van de praktijk waarop naast de volgende afspraak ook een aantal gegevens van je staan vermeld.

Natuurlijk staan je naam, adres en telefoonnummer vermeld op je kaart. Daarnaast noteert de verloskundige voor haar eigen gegevens ook hoeveel zwangere er per jaar de praktijk bezoeken. Meestal gebeurt dit als volgt. Aan het begin van een jaar is de 1e zwangere 2015-001. Het aantal zwangere per praktijk in een jaar verschilt natuurlijk per praktijk. Een verloskundigenpraktijk met 3 verloskundigen in een middelgrote stad heeft ongeveer 500 zwangere vrouwen per jaar.

Op je kaart vermeldt de verloskundige alle informatie die ze van je krijgt.

Of je rookt (ro:)
Of je alcohol drinkt (alc:)
Welke medicijnen je gebruikt (med:)
Of je wel eens bent geopereerd (ok:)
Of je ergens allergisch voor bent (all:)

De familieanamnese wordt gevraagd om in kaart te brengen. Welke ziekten of aangeboren(=congenitale) afwijkingen er bekend zijn in je (schoon-)familie.

diabetes = suikerziekte

hypertensie = hoge bloeddruk

gemelli = tweeling

Ook vermeldt je verloskundige de loop van de bevalling op je kaart (zie tekst onder bijzonderheden), je kraambed en eventueel je nacontrole.

Staat er ergens gb achter dan betekent dat geen bijzonderheden.

Er worden veel afkortingen en termen gebruikt. Hierbij de voornaamste:

RR = bloeddruk

hb = ijzergehalte

A-terme = uitgerekende datum

graviditeit (grav) = zwangerschap

para = aantal bevallingen

oedeem = vocht

amenorroeduur = zwangerschapsduur

fundus = bovenkant van de baarmoeder

symfyse = schaambeen

cbibi = staat voor caput (hoofd) bewegelijk in bekken ingang (je baby is ingedaald)

cbbbi = caput bewegelijk boven bekken ingang (je baby is nog niet ingedaald)

Staat er op je kaart de afkorting nx bij de hoogte van je baarmoeder. De afkorting nx staat voor navel-ribbenboog

CT = harttonen
VT = ontsluiting
BV = borstvoeding
epi = knip

De verloskundige begeleidt de 'gezonde' zwangeren.

Dit wil zeggen dat een verloskundige je zwangerschap en bevalling begeleidt wanneer er niet wordt verwacht dat zich complicaties zullen voordoen. Wanneer dit wel het geval is of wanneer dit tijdens de zwangerschap verandert zal de verloskundige je zorg overdragen aan de gynaecoloog.

Heb je vragen over er wat er op jouw kaart staat vermeld, vraag het dan gerust aan je verloskundige. Tijdens je bezoek zal je verloskundige ook op je kaart vermelden wat er verder bij je speelt. Wanneer je bijvoorbeeld veel last hebt van harde buiken of wanneer het bijvoorbeeld niet lekker loopt op je werk of bij je thuis. Dit is ook belangrijk omdat je meestal met meerdere verloskundigen te maken hebt. Een uitgebreide beschrijving van wat je vertelt is dan ook belangrijk om alle verloskundigen op de hoogte te stellen. Door je kaart te lezen zijn ze direct weer bij.

Heb je zelf het idee dat je nog informatie hebt die belangrijk is voor de verloskundige maar die niet aan je is gevraagd, dan is het verstandig dit toch te melden aan je verloskundige. Misschien is het niet van medisch belang, het is toch fijn als je verloskundige helemaal op de hoogte is.

Klik hier voor een uitgebreide lijst van medische woorden en termen op het gebied van zwangerschap en bevallen.

Je zwangerschapskaart bewaren

Leuk om toe te voegen aan je zwangerschapsdagboek is het kaartje van je bezoeken aan de verloskundige. Of vraag om een afdruk van je zwangerschapskaart na je bevalling om te bewaren.